De gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo (NMD-gemeenten) kunnen nauwelijks voldoen aan de vraag naar huishoudelijke hulp onder de Wmo. Steeds meer inwoners doen een beroep op deze vorm van ondersteuning, maar gecontracteerde aanbieders hebben steeds meer moeite met het vinden van personeel. Hierdoor ontstaan lange wachtlijsten.

Er worden verschillende middelen ingezet om de wachtlijsten te doen afnemen. De zorg wordt bijvoorbeeld minder frequent ingezet. Mensen die hulp ontvangen krijgen in plaats van één keer in de week, een keer in de twee of drie weken hulp. Op deze manier kunnen meer inwoners worden geholpen. En er wordt hulpbehoevenden gevraagd om tijdelijk ondersteuning te vragen binnen het eigen netwerk om deze periode te overbruggen. Daarnaast hebben de NMD-gemeenten de taaleis voor huishoudelijk personeel versoepeld. Hierdoor zouden statushouders die de Nederlandse taal nog niet machtig zijn kunnen worden ingezet. Voorwaarde hierbij is dat dit alleen ingezet kan worden in afstemming met de inwoner en medewerker en wanneer de inwoner wordt begeleid in de communicatie. De kwaliteit van de ondersteuning moet gelijk blijven. Inwoners die hulp ontvangen hebben hierover een brief ontvangen. Volgens wethouder Kiena ten Brink zijn er weinig reacties op deze brief binnengekomen. ,,Wel hebben we bij de aanbieders van huishoudelijke hulp enig terughoudend bespeurd om deze doelgroep in te zetten. We kunnen constateren dat de wachtlijsten er nog steeds zijn en dat is zorgelijk. Het is natuurlijk lastig, we kunnen geen blik met hulpen opentrekken. En het aantal aanvragen blijft stijgen. We zullen ervoor zorgen dat de meest kwetsbare groep wel zorg krijgt. Maar dit probleem is niet van vandaag op morgen opgelost.”

Bron: De Schakel