Binnen een straal van duizend meter is er volgens zijn pachtcontract ‘geen andere concurrerende horeca toegestaan’.
Daarmee kan Staatsbosbeheer een streep zetten door de pop-up horecakiosk, die er een paar zomers was. En een nieuw horecapaviljoen even verderop lijkt voorlopig ook niet mogelijk.

‘Ik zit te snotteren’

De 65-jarige Orsel is dolblij met de gerechtelijke uitspraak. Gisteravond hoort hij via zijn advocaat dat de strijd in zijn voordeel beslecht is. “D’r valt een hele last van me af. En je mag best weten, ik zit hier aan de tafel te snotteren.”
Het vonnis volgt na een moeizame juridische strijd. Die voerde hij tegen zowel Staatsbosbeheer (SBB), eigenaar van recreatiegebied Gasselterveld, als tegen Werkplein Drentsche Aa (WPDA), verpachter van horecapaviljoen ’t Nije Hemelriek, van wie Orsel de boel huurt. De rechtbank wijst SBB en WPDA erop dat Orsel volgens de overeenkomst toch echt recht heeft op ‘exclusiviteit’ wat betreft horeca-activiteiten in het gebied. Binnen een straal van één kilometer mag er niemand anders bij.

Buiten plannen gehouden

Tom Orsel en zijn partner Fenny van der Kamp stapten in maart 2016 in het horeca-avontuur bij zwemplas ’t Nije Hemelriek. Ze namen het paviljoen over van het toenmalige werkvoorzieningsschap Alescon. Dat runde de horeca in het zomerseizoen met behulp van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar dat raakte in het slop, omdat de zomerarbeid te onregelmatig bleek. Uiteindelijk nam Orsel de pacht over voor een periode van tien jaar.
Korte tijd later presenteerden Staatsbosbeheer, gemeente Aa en Hunze en provincie Drenthe grote recreatieplannen voor het Gasselterveld. De nabijgelegen grote zandafgraving werd veranderd in een grote zwemplas, er kwamen outdoor-activiteiten bij, en ze willen een nieuw horecapaviljoen vlakbij de nieuwe zwemplas. De exploitant hiervan zou dan ook het betaald parkeren in het gebied moeten regelen.
lees verder bron:
RTV Drenthe
RTV Drenthe