De 116 verzetsvrouwen, politieke gevangenen en vrouwen van verzetsstrijders waren gearresteerd door de Duitsers. Vanuit vier verschillende gevangenissen in het land werden ze overgebracht naar Kamp Westerbork. De Joden waren allemaal weggevoerd en het kamp stond leeg.
Op 11 april 1945 moesten de vrouwen plotseling weg. De Duitsers hadden met de geallieerden in aantocht het kamp nodig voor hun eigen soldaten. De vrouwen vertrokken onder begeleiding van gewapende Duitsers en vreesden dat zij tijdens of aan het eind van de tocht geliquideerd zouden worden. Het tegenovergestelde was het geval: de Duitsers lieten hen vrij. Veel van hen werden kort daarna meerdere dagen opgevangen op een boerderij in Grijpskerk.

Bron en artikelen artikel  RTV Drenthe