De koopkracht van de Nederlandse bevolking is vorig jaar met 1,2 procent gedaald. Dat is de grootste daling in veertig jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. De daling is vooral het gevolg van de hoge inflatie in het afgelopen jaar.

Alleen tijdens de zware recessie in de jaren 80 en de jaren na de financiële crisis van 2008 (2009-2013) ging de koopkrachtontwikkeling met meer dan een procent in de min. De afgelopen tien jaar zat de koopkracht steeds in de plus, zelfs tijdens de coronacrisis.

De koopkrachtdaling kwam vooral door de hoge inflatie als gevolg van de sterk gestegen energieprijzen na de Russische inval in Oekraïne. De inkomens stegen weliswaar gemiddeld met 5,5 procent, maar de geschatte inflatie was 6,8 procent.

Gepensioneerden gingen er met een daling van gemiddeld ruim 3 procent het meest op achteruit in de portemonnee. Het merendeel had een te hoog inkomen om voor bijvoorbeeld energietoeslag in aanmerking te komen. Gepensioneerden met een laag inkomen gingen er wel op vooruit.

Alleen lage inkomens gingen erop vooruit
Alleen huishoudens met een laag inkomen gingen er wat betreft koopkracht op vooruit. Dat kwam door de energietoeslag die ze ontvingen, in de meeste gevallen 1300 euro. Daarbij kregen bijna alle huishoudens in november en december 190 euro korting op de energierekening. Zonder dergelijke maatregelen was de koopkracht nog harder gedaald, zegt het CBS.